Andrea Moser
Zelfontwikkeling
Opinie
Brenda’s Week (opinie 2)
De Brenda Westra Opinieprijs wordt jaarlijks door Nyenrode Business Universiteit uitgereikt en is gericht op vernieuwende, duidelijk opiniërende, vlot geschreven, voor het accountantsberoep en –onderwijs actuele opiniestukken. 4 oktober vindt de uitreiking plaats, vandaar dat deze twee weken The Accountables is omgetoverd naar Brenda’s Week, waarbij gedurende deze weken elke dag een opinie van een van de genomineerde centraal staat. Vandaag de opinie van Andrea Moser, die eerder dit jaar al op The Accountables was verschenen. Andrea Moser behaalde in 2017 op Nyenrode haar Bachelor Accountancy en studeert nu in de Master. Ze is werkzaam bij KPMG.
Druk is the new black
Dinsdagochtend bij het koffieapparaat hoor ik twee collega’s een beetje ongemakkelijk tegen elkaar praten. “Hey, jij ook hier! Hoe gaat het?” “Ja goed, druk druk. Hoe gaat het met jou?” “Ook wel erg druk, hoort er een beetje bij hè.”. Ik probeer ongezien weg te komen uit deze situatie, pak snel een mango theezakje en loop naar mijn werkplek. Pfieuw, het is gelukt, ze hebben mij niet opgemerkt en komen niet met de “Hoe gaat het?”-vraag waar toch iedereen maar één antwoord op verwacht. Ook ik kan wel diezelfde reactie geven, maar ik krijg een beetje kriebels van het woord “druk” en probeer dit eigenlijk zo veel mogelijk te vermijden.
Werkdruk binnen ons vak is voelbaar en onlangs wetenschappelijk bewezen. Gelukkig worden steeds meer jonge accountants serieus genomen en is er een verandering op komst. Ook binnen andere beroepen zie je steeds meer dat er (op een jongere leeftijd) een grotere mate van werkdruk wordt ervaren – dit is zelfs door het CBS in kaart gebracht in 2017.[1] Ik wil daarom dan ook zeker niet beweren dat er géén sprake is van werkdruk en bewijzen hierover tegenspreken. Ik zie nota bene ook zelf de gevolgen hiervan terug in mijn nabije omgeving. Het lastige vind ik alleen hoe we omgaan met het woord ‘druk’ en de subjectieve ervaring van het ‘druk hebben’.
Laatst vertelde ik aan een vriendin dat door de gehele combinatie van studeren, werken en wat privézaken die er liepen, ik echt op dat moment voor mijn gevoel op mijn tenen aan het lopen was. Ook had ik haar verteld dat ik bij een manager op een van mijn teams had aangegeven dat dit zo niet verder kon gaan, omdat het anders voor mij te veel zou worden. Haar eerste reactie op dit verhaal was: “Dat heeft die manager dan wel zeker serieus genomen, toch? Want als jij dit zegt, dan weet hij hoe laat het is en dat het zo echt niet verder kan.” Waarom is dit zo en waarom wordt er niet zo gereageerd als iemand doodleuk ’s ochtends bij het koffieapparaat zegt dat hij/zij druk is? Waarom gaan niet alle alarmbellen rinkelen als Jan en alleman dit aangeeft?
Druk ervaren is subjectief. Misschien is het zo dat mijn ‘druk’-grens hoger ligt dan die van iemand anders – vaak genoeg hebben mensen bij mij aangegeven dat ze verbaasd zijn hoeveel dingen ik toch altijd oppak. Wellicht heb ik meer energie dan iemand anders of deel ik mijn tijden anders in. Of wellicht lijkt het dat ik minder druk ervaar, omdat ik inderdaad dit woord zo veel mogelijk – als het voor mijn gevoel nog niet nodig is – probeer te vermijden. Het betekent niet dat ik het gevoel heb dat iemand anders aan het zeuren is als hij/zij zegt dat ze zich druk voelen. In tegendeel. Echter wat ik de laatste jaren zie gebeuren, is alsof het lijkt dat dit woord een soort van ‘modewoord’ is geworden. Eentje voor in de boeken van Paulien Cornelisse (columniste Volkskrant en schrijfster van onder andere ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’). De mensen om je heen gaan het haast vreemd vinden als je de ‘Hoe gaat het?’-vraag bij het koffieapparaat op werk of bij een verjaardag van je neefje of vrienden niet beantwoordt met ‘druk’.
In het busy season is het een achtbaan van deadlines. Dat hoort gewoon bij onze tak van sport en stiekem vinden we dat ook allemaal leuk. Maar druk ervaren moet niet de normaalste zaak van de wereld worden. Het is tot op zekere hoogte goed, men presteert zelfs soms beter onder druk. Dit moet alleen niet leiden tot stress. Laten we er dan ook alsjeblieft geen cijfer aan koppelen. Ik snap dat er inzichtelijk gemaakt moet worden hoeveel overuren een persoon maakt, maar koppel daar niet de mate van “het druk hebben” aan. Het maken van overuren valt bij iedereen anders, ieder persoon is uniek, ook hierin. 160 overuren voor de één, kan hetzelfde voelen als 50 overuren voor de ander.
En een laatste ding: laten we proberen niet voor alles het woord “druk” te gebruiken. We willen er niet voor zorgen dat op momenten dat je echte stress ervaart, de signalen niet worden opgepikt en het alleen wordt weggewuifd bij het koffieapparaat. Let’s not make druk the new black!
[1] Benieuwd naar de uitkomsten van het CBS? Zie hiervoor https://www.cbs.nl/nl-nl/achtergrond/2017/14/beroep-en-werkdruk.
Lieve Andrea, Ik ben het helemaal met je eens dat “druk” een mode woord is en ook status aangeeft. Als je zegt dat je het niet druk hebt dan is er toch iets mis met je…Ik zeg tegenwoordig dat ik een fijn vol en rijk leven heb en dat ik geniet! Voelt veel beter om dat te zeggen! Liefs, Berry