Kyra den Ouden
Zelfontwikkeling - Brenda’s Weken
Opinie
Brenda’s Weken 2020 (opinie 13)
De Brenda Westra Opinieprijs wordt jaarlijks door Nyenrode Business Universiteit en Stichting Future Finance uitgereikt en is gericht op vernieuwende, duidelijk opiniërende, vlot geschreven, voor het accountantsberoep en –onderwijs actuele opiniestukken. Op vrijdag 2 oktober wordt deze prijs uitgereikt, vandaar dat de aankomende tijd The Accountables is omgetoverd tot Brenda’s Weken, waarbij gedurende deze weken elke dag een opinie van een van de genomineerde centraal staat. Kyra den Ouden behaalde in 2020 de Master Accountancy aan Nyenrode en ze is nu bezig de Post-Master te behalen. Ze werkt in de auditpraktijk van Deloitte.
Wie betaalt de rekening?
Voordat ik als auditor begon, werkte ik als Customer Service-medewerker bij Drukwerkdeal.nl. Daar staat klanttevredenheid hoog in het vaandel. Als Customer Service-medewerker kreeg ik veel vrijheid om de klant tevreden te stellen. Vanuit het model van Treacy en Wiersema (1993) staat dit bekend als een Customer Intimacy-aanpak. Het model introduceert drie disciplines (Customer Intimacy, Operational Excellence en Product Leadership) die door een organisatie beheerst moeten worden. In één van de disciplines moet de organisatie excelleren.
In mijn masterscriptie heb ik deze ervaring toegepast. In de accountancy ligt de focus op Operational Excellence: de hoogste kwaliteit leveren op een zo efficiënt mogelijke wijze. In mijn scriptie heb ik een ander perspectief toegepast, namelijk Customer Intimacy. Ik heb onderzocht of een Customer Intimacy-aanpak in de auditsector de klanttevredenheid verhoogt. Dit heeft geen significant bewijs opgeleverd: de auditor moet immers onafhankelijk zijn van de controlecliënt en het maatschappelijk verkeer dienen. Dit om schandalen zoals deze zich in het verleden hebben voorgedaan (bijvoorbeeld Enron en WorldCom) te voorkomen. De conclusie van mijn scriptie (2020) resulteerde daarom in de volgende vraag: is het logisch dat de controlecliënt de rekening van de auditor betaalt? Hierdoor zal de auditor immers altijd geneigd blijven de controlecliënt tevreden te stellen en staat de onafhankelijkheid onder druk. Als de klant de auditor niet betaalt, wie betaalt deze rekening dan wel?
Fonds
Ik stel voor dat de controlecliënt niet direct aan de auditor betaalt maar dat de rekening betaald wordt aan een tussenorganisatie. Een soort fonds. Ook de andere partijen die de assurance van de auditor gebruiken dragen bij aan dit fonds. Afhankelijk van de omvang en complexiteit van de controlecliënt wordt de fee bepaald die de controlecliënt aan het fonds moet betalen. Vanuit dit fonds wordt de rekening van de auditor weer betaald.
Dit fonds speelt tevens in op de constatering van de Commissie Toekomst Accountancysector in haar rapport ‘Vertrouwen op controle’ (2020) dat de combinatie van audit en advies zou leiden tot een te commerciële, op omzet gedreven, cultuur en dat het verdienmodel zou kunnen leiden tot vereenzelviging met de controlecliënten en dus een gebrek aan kritisch vermogen. Met behulp van het fonds kunnen audit en advies nog steeds naast elkaar bestaan in eenzelfde organisatie, maar is er sprake van een gereguleerd verdienmodel en geen vereenzelviging met de controlecliënt. De bijdrage van de controlecliënt aan het fonds is immers gebaseerd op een vooraf bepaalde formule die wettelijk is vastgesteld.
In bijvoorbeeld Maleisië (Iskandar et al., 2010) is het heel gebruikelijk dat de audit fee bepaald wordt op basis van een voorgeschreven formule die gebaseerd is op totale omzet, totale activa of totale uitgaven. Deze formule zou als inspiratie kunnen dienen voor een dergelijk systeem in Nederland.
Geen overheidsaccountant
Een andere optie om de rekening niet aan het accountantskantoor te laten betalen is de overheidsaccountant. Ik ben daar geen voorstander van. Hierdoor bestaat er namelijk geen concurrentie meer in de auditmarkt en daardoor zal er minder stimulans zijn om de accountantscontrole zo effectief en efficiënt mogelijk uit te voeren. Over het algemeen blijkt ook dat een overheid door gebrek aan concurrentie (CTA, 2020) niet net zo efficiënt werkt als een op winst georiënteerde organisatie. Er zal minder impuls zijn om te innoveren in de audit branche. Ik werk voor een groot accountantskantoor en heb daar specifiek voor gekozen. Ik vind het prettig om in een omgeving te werken met jonge, ambitieuze collega’s. Het accountantskantoor waar ik werk focust sterk op het toepassen van nieuwe technologie, waardoor ons werk uitdagend blijft en steeds efficiënter en effectiever uitgevoerd kan worden. Daarnaast spreekt het mij aan dat het binnen het accountantskantoor waar ik werk mogelijk is om snel carrière te kunnen maken. Wanneer ons beroep onder de overheid gaat vallen, zullen deze factoren zich minder voordoen. Minder talent zal aangetrokken worden. Ten tweede kun je als audit only-overheid niet meer profiteren van de expertise van andere onderdelen van de organisatie, zoals bijvoorbeeld de adviestak. Het inschakelen van andere onderdelen van het accountantskantoor kan de kwaliteit van de controleopdracht ten goede komen.
Structurele verandering
Ik ben er in elk geval van overtuigd dat alle stakeholders een bijdrage moeten leveren aan het fonds. Is het niet veel logischer dat degenen die de assurance van de auditor gebruiken hier ook voor betalen? Naast de controlecliënt dienen bijvoorbeeld ook banken, aandeelhouders en de overheid bij te dragen.
Ook vanuit de politiek is de afgelopen tijd gebleken dat zij structurele veranderingen eisen vanuit de accountancysector. Minister Hoekstra gaf in het begin van 2020 nog aan fundamentele maatregelen te gaan nemen. Ik wil de politiek dan ook oproepen na te denken over mijn voorstel!
Literatuurlijst:
Commissie toekomst accountancysector (2020). Vertrouwen op controle. Rapport van de Commissie toekomst accountancysector. Rijksoverheid.
den Ouden, K.S. (2020). Masterscriptie Auditing and Assurance – What will satisfy the future SME audit client? Research on the effect of customer intimacy on client satisfaction and the mediation effect of specialist involvement.
Iskandar, T. M., Rahmat, M. M., & Ismail, H. (2010). The relationship between audit client satisfaction and audit quality attributes: case of Malaysian listed companies. International Journal of Economics and Management, 4(1), 155-180.
Treacy, M. and Wiersema, F. (1993). Customer intimacy and other value disciplines. Harvard Business Review 71(1): 84-93.
Voor het plaatsen van reacties, hou graag rekening met onze spelregels.
Goed en slim idee; soms kan een hele goede oplossing tevens nog makkelijk uitvoerbaar gemaakt worden, als hier maar draagvlak voor is. Dit voorstel is hier een goed voorbeeld van.