Rick Voogd
Opinie
De toekomst van de accountantsopleiding #2
De wereld is constant in beweging, zo ook de wereld van de accountancy. Nieuwe richtlijnen zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) zorgen niet alleen voor nieuwe rapportageverplichtingen voor organisaties, maar ook voor nieuwe controleverplichtingen voor accountants. Dit betekent tevens dat accountants in spé steeds meer theoretische kennis dienen op te doen tijdens hun studie. Maar meer vakken toevoegen aan het curriculum zal de studeerbaarheid, en daarmee ook de populariteit van de opleiding, echter niet ten gunste komen. Zitten opleidingshoofden met een duivels dilemma in hun maag, of is er een gunstige oplossing te bedenken om dit probleem aan te pakken?
Ondanks dat de Commissie Eindtermen Accountancy (CEA) sinds 2021 geen wijzigingen meer heeft aangebracht in de eindtermen voor de opleiding, ervaren opleidingsinstituten wel de verantwoordelijkheid om in te spelen op alle nieuwe ontwikkelingen. Het is overigens ook hun taak om studenten zo goed mogelijk op te leiden tot een toekomstbestendige Register Accountant (RA). Aan de andere kant is de studeerbaarheid van de opleiding een belangrijk thema. De aanwas van nieuwe accountancystudenten loopt al jaren terug, wat mede te wijten is aan de lange en zware studie. De opleiding tot RA is eigenlijk altijd al lang en zwaar geweest. Vroeger, toen alles beter was, namen studenten de lange en zware studie echter gewoon voor lief. Zij gingen immers een florissante toekomst tegemoet, met een uitstekend carrièreperspectief en een baan met een aanlokkelijk salaris. Tegenwoordig is de samenleving zo veranderd, dat de kosten-batenanalyse voor toekomstige studenten een stuk minder rooskleurig uitpakt. De zware studiebelasting en de hoge werkdruk in de sector weegt niet meer op tegen het toekomstperspectief. Er zijn immers meerdere concurrerende studierichtingen ontstaan die binnen een afzienbaar kortere tijd ook voorzien in een minstens net zo goed carrièreperspectief met bijbehorend aanlokkelijk salaris. Niet bewonderenswaardig dat de instroom van accountancystudenten daardoor al jaren terugloopt. Het staat buiten kijf dat er iets moet gebeuren om de accountantsopleiding, en tegelijkertijd het accountantsberoep, weer aantrekkelijker te maken. Maar wat dan?
De geschiedenis leert ons dat in de loop der jaren de verslaggevingsregels en controlestandaarden steeds omvangrijker zijn geworden, wat ook impact heeft gehad op het curriculum van accountantsopleidingen. Daarnaast wordt ook steeds meer van accountants verwacht met betrekking tot het controleren van niet-financiële informatie in jaarverslagen. Het is belangrijk dat studenten goed worden voorbereid en de nodige kennis aangeleerd krijgen, maar het constant blijven toevoegen van lesstof aan het curriculum houdt een keer op. En het lijkt erop dat deze situatie in de eerste helft van dit decennium is bereikt.
Om op zoek te gaan naar een mogelijke oplossing, grijp ik terug naar de kerntaak van een registeraccountant. Bij een controleopdracht luidt deze: controleren of de jaarrekening een goede weergave geeft van de financiële situatie van de onderneming. Hierin staan twee begrippen centraal, namelijk ‘jaarrekening’ en ‘financiële situatie’. Een registeraccountant is van nature een financial met een passie voor cijfertjes. Echter is het maatschappelijk verkeer in de loop der jaren steeds meer gaan verwachten van organisaties wat betreft hun verslaglegging. Niet alleen op financieel gebied worden organisaties geacht hun resultaten prijs te geven, ook op niet-financieel gebied dient steeds meer informatie te worden verschaft. Vervolgens wordt ook verwacht dat deze niet-financiële informatie weer gecontroleerd wordt. Hierdoor stijgt de werkbelasting en verandert tevens het competentieprofiel van de accountant. Wanneer de controle-eisen van financiële dan wel niet-financiële verantwoording blijven toenemen, en dat is wel de tendens, dan is het onontkoombaar om de opleiding of langer of zwaarder (c.q. meer vakken in hetzelfde tijdsbestek) te maken. Beide opties zijn absoluut een no-go als de opleiding juist aantrekkelijker gemaakt moet worden. Maar hoe kan de studeerbaarheid van de opleiding dan verbeterd worden, zonder de kwaliteit van toekomstige accountantscontroles te ondermijnen?
Indien ondernemingen groeien en een bepaalde grootte bereiken, kan er vanuit strategisch oogpunt worden overwogen om de onderneming te splitsen. Feitelijk worden hierbij de activiteiten gesplitst, zodat de onderneming zich weer kan concentreren op de kerntaken. Daarnaast worden de niet-kerntaken verzelfstandigd in een of meerdere andere entiteiten, zodat daar ook focus kan ontstaan op een beperkt en overzichtelijk takenpakket. Het resultaat hiervan is dat de losse ondernemingen efficiënter en flexibeler naast elkaar kunnen opereren. Is hetzelfde trucje niet mogelijk met de accountantsopleiding? Als het curriculum wordt opgesplitst in een financiële stroming en een niet-financiële stroming, heeft dit tot gevolg dat zowel de studiedruk als de werkdruk beter verdeeld kan worden. Tevens kunnen financials zich hierdoor weer focussen op de financiële cijfers, terwijl tegelijkertijd de weg wordt vrijgemaakt om nieuwe instromers aan te trekken die juist enkel en alleen door de niet-financiële stroming worden geboeid.
Begrijp mij niet verkeerd. Ik ben en blijf een voorstander van een brede ontwikkeling. De bachelor accountancy leent zich hier dan ook uitstekend voor. Hierin wordt naast de kernvakken ook stilgestaan bij vakken als economie, M&O, belastingrecht en natuurlijk niet te vergeten, de ontwikkeling van de soft-skills. Dit blijft mijns inziens essentieel om de studenten in de eerste jaren van hun opleiding te kunnen laten ontdekken waar hun interesses liggen. Na een brede basis leent de masterfase zich uitstekend voor een specialisatie. Kiest de student ervoor om de financiële of de niet-financiële studierichting te bewandelen? Tot slot zal de post-master (inclusief praktijkopleiding) een vervolg zijn op dezelfde specialisatie. Hierbij is het natuurlijk niet logisch als beide studierichtingen uiteindelijk beloond worden met eenzelfde RA titel. Een praktische oplossing zou zijn om de RA titel dan ook te splitsen in twee verschillende titels. Een Register Financieel Accountant (RFA), die verantwoordelijk is voor de controle van de financiële informatie uit het jaarverslag en een Register Niet-Financieel Accountant (RNFA), die verantwoordelijk is voor de controle van de niet-financiële informatie uit het jaarverslag. Wat mij betreft een zeer duidelijke, logische en goed uitvoerbare scheiding die de weg vrij kan maken voor een meer gespecialiseerde en gerichte benadering in de accountancy, waarbij studenten en professionals kunnen floreren in hun eigen interesse- en expertisegebieden.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!