Wat vindt Nederland?
In gesprek met het maatschappelijk verkeer
In gesprek met het maatschappelijk verkeer
Opinie van Laurens Erich
Recent was er discussie binnen de accountancy over fraude en de verantwoordelijkheid van de accountant daarbij. De meningen zijn verdeeld: een gedeelte is van mening dat het zoeken naar fraude onderdeel is van de accountantscontrole en een ander gedeelte beschouwt deze zoektocht als een inherente beperking; praktisch onmogelijk. Deze discussie verduidelijkt de verwachtingskloof tussen de werkzaamheden van de accountants en de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer. Deze discussie is een mooi voorbeeld van een performance- versus een conformance-cultuur; begrippen die ik verderop uitleg.
In dit artikel pleit ik voor een performance-cultuur in plaats van een conformance cultuur in de accountancy en dan met name in de controlepraktijk, waarbij ook voldaan wordt aan wet- en regelgeving. Naar mijn mening kunnen deze twee componenten niet zonder elkaar; de bekende metafoor ‘carrot and stick’ verduidelijkt dit. De performance-cultuur dient dan als beloning, de wortel, en de wet- en regelgeving dient als straf, de stok. Beide componenten zouden samen moeten leiden tot het gewenste gedrag.
Bovenstaande termen zijn afkomstig uit het vakgebied van risicomanagement waarbij de termen worden gebruikt om de redenen aan te geven waarom aan risicomanagement gedaan wordt. Bij het conformance-motief is wet- en regelgeving de reden, bij het performance-motief gaat het echter om het creëren van toegevoegde waarde. Wanneer we termen vertalen naar de accountancy gaat het bij een conformance cultuur om het leveren van kwaliteit door te voldoen aan wet- en regelgeving vanuit de achterliggende gedachte dat dit verplicht is: het moet. Een performance-cultuur gaat echter verder; het gaat om het leveren van kwaliteit door te voldoen aan de verwachtingen van de gebruiker vanuit de gedachte dat het vrijwillig is: het mag. Dit sluit ook aan op Limperg, die onder andere zegt dat de accountant de terechte verwachting van het maatschappelijk verkeer niet mag beschamen. En zoals we weten is dit niet vanzelfsprekend; er bestaat een verwachtingskloof tussen de werkzaamheden van de accountant en de verwachtingen van het maatschappelijk verkeer.
Het eerste argument voor een performance cultuur heb ik in de vorige alinea al genoemd, met een performance cultuur wordt beter voldaan aan de verwachtingen van de gebruikers. Hierdoor neemt het vertrouwen van de gebruiker in het oordeel toe, wat de maatschappelijke rol van de accountant versterkt. Daarnaast denk ik dat een performance cultuur ook zorgt voor het beter voldoen aan wet- en regelgeving en het verkrijgen van positieve reviews vanuit de toezichthouder. Het voldoen aan verwachtingen van gebruikers gaat namelijk verder dan wet- en regelgeving; het beïnvloedt ook je professional judgement, bijvoorbeeld bij de evaluatie van controle-informatie en de aard en hoeveelheid van de uit te voeren werkzaamheden. Juist aan het professional judgement schort het nog wel eens; een conformance cultuur kan dit naar mijn mening niet positief beïnvloeden.
In principe denk en hoop ik dat wij wel streven naar een performance cultuur, maar aan de andere kant denk ik dat wij al lang blij zijn wanneer we aan wet- en regelgeving voldoen en een positieve review hebben gekregen. Argumenten om niet een performance cultuur te implementeren zijn veelal praktisch van aard: we hebben een beperkt budget en beperkte tijd. Dit is in principe een belangrijk praktisch bezwaar, maar ik wil er allereerst op wijzen dat efficiency niet voorgaat op effectiviteit. Het woord efficiency wordt bijna niet gebruikt in de controle- en overige standaarden (COS), alleen in het kader van de risico-analyse en materialiteit, maar niet als een doel voor accountants. Ten tweede wil ik erop wijzen dat de budgetten de afgelopen jaren al zijn gestegen. Daarnaast kunnen wij door automatisering, een eenmalige investering in geld en tijd, op langere termijn efficiencyvoordelen realiseren. Ook voor de wetgever heb ik een oproep: verhoog de groottecriteria of schaf zelfs de wettelijke controleplicht af. Hierdoor zullen een groot aantal entiteiten afvallen voor controle, wat ten goede zal komen aan de tijd, en zal de controle ook relevanter worden, wat ten goede komt aan het budget.
Als accountants moeten wij streven naar een performance cultuur, hierdoor voldoen we aan de terechte verwachtingen van het maatschappelijk verkeer, waardoor de accountant weer de vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer kan worden. Zoals Limperg al aangaf is het vertrouwen van het maatschappelijk verkeer essentieel voor het bestaansrecht van accountants. Het verlies van vertrouwen in de accountants heeft ervoor gezorgd dat de rol van accountants in de interpretatie van hun maatschappelijke rol en in de vertaling hiervan naar controlestandaarden is afgenomen. Dit zie je duidelijk terug door de instelling van de commissie toekomst accountancysector, waar geen (praktiserend) accountant in is vertegenwoordigd. Kortom, het is tijd om het vertrouwen van de maatschappij terug te winnen om zo de rol van de accountant weer te versterken.
Autoriteit Financiële Markten (AFM). (2014). Uitkomsten onderzoek kwaliteit wettelijke controles – Big 4-accountantsorganisaties.
Drs. Urjan Claassen RA RE CIA. (2009). Handboek Risicomanagement. Deventer: Kluwer.
Wallage. (2005). De actuele waarde van Limpergiaans vertrouwen. MAB, 125 – 131.
Opinie door Jaco de Vos
Opinie door Erwin Haasnoot
Opinie door Maxime Asjes
Opinie door Aniek Dirkx
Opinie door Ries Breijer
Opinie door Linda Stasse
Opinie door Laura Tersteeg