Maarten Straathof
Zelfontwikkeling - Brenda’s Weken
Opinie
Brenda’s Weken 2022 (opinie 12)
De Brenda Westra Opinieprijs wordt jaarlijks door Nyenrode Business Universiteit en Stichting Future Finance uitgereikt en is gericht op vernieuwende, duidelijk opiniërende, vlot geschreven, voor het accountantsberoep en –onderwijs actuele opiniestukken. In november wordt deze prijs uitgereikt, vandaar dat de aankomende tijd The Accountables is omgetoverd tot Brenda’s Weken, waarbij gedurende deze weken elke dag een opinie van een van de genomineerde centraal staat. Vandaag de opinie van Maarten Straathof. Hij behaalde in 2022 zijn Bachelor of Science in Accountancy op Nyenrode en studeert nu in de Master. Hij is Supervisor Audit bij KPMG.
Cultuur: van zomervakantie tot duurzaamheidsverslaggeving
Iedereen die op reis is geweest naar verre landen herkent het wel, het gevoel van “in welke wereld ben ik nu beland?”. De eerste dagen van de vakantie ben je, naast het tot rust komen na maanden van werken, vooral aan het acclimatiseren en je aan het verbazen over de lokale cultuur. Al snel realiseer je je dat de lokale bewoners ook gewoon mensen zijn, maar dat er wederzijds begrip en bewustwording nodig is voor een soepele omgang met elkaar. Dit wederzijds begrip en die bewustwording van elkaars cultuur is in mijn optiek niet alleen bij vakanties van belang, maar ook bij het opstellen van duurzaamheidsverslaggevingstandaarden. Daarom moeten regelgevers rekening houden met culturele en regionale verschillen, door het betrekken van lokale stakeholders in het proces van het opstellen van deze standaarden, om zo tot één set van globaal geaccepteerde standaarden te komen.
In recente jaren heeft de Europese Unie de rol van wereldwijde standaardzetter naar zich toe getrokken. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de wereldwijde impact van privacywetgeving. Door de grootte van de interne Europese markt committeren bedrijven buiten de Europese Unie zich aan deze Europese standaarden. De volgende grote stap in het opstellen van standaarden is de implementatie van de Corporate Sustainability Reporting Directive (hierna: CSRD). Door de implementatie van CSRD is het verplicht voor Europese bedrijven om te rapporteren over hun prestaties ten aanzien van maatschappelijke- en milieuaspecten. De European Financial Reporting Advisory Group heeft de taak gekregen om verslaggevingstandaarden gebaseerd op de CSRD te ontwikkelen.
De verwachting is dat deze standaarden een wereldwijde impact zullen hebben, aangezien het vereist is dat in de rapportages de gehele supply chain meegenomen wordt. Dit betekent dat een bedrijf als Unilever bij zijn Indonesische palmolieleveranciers de CO2-voetdruk moet laten berekenen, maar ook dat Unilever de naleving van mensenrechten en het betalen van een minimumloon bij deze leveranciers zal moeten controleren. Veel mensen zullen het met mij eens zijn dat bedrijven verplichten om meer sociale verantwoordelijkheid te nemen een goede ontwikkeling is. Deze verantwoordelijkheid zorgt echter wel voor een verdere integratie binnen de globale supply chains. Kwalitatief hoogwaardige duurzaamheidsrapportages vereisen relevante en betrouwbare informatie. Om de kwaliteit van de informatie te waarborgen, zal de gehele supply chain betrokken moeten worden. Anders kan er sprake zijn van het fenomeen “garbage in, garbage out”. Als de lokale leverancier het aanleveren van de informatie als een ‘moetje’ ziet om business te doen met Europese bedrijven en de interne processen er niet op aanpast, is de kans groot dat er uiteindelijk kwalitatief laagwaardige informatie in de duurzaamheidsrapportages terecht komt. Wat zeggen die rapportages dan nog?
Naast het aanleveren van kwalitatief ondermaatse informatie door lokale partijen kan het ook fout gaan op het hoofdkantoor. Er is al veel geschreven over het fenomeen greenwashing, zijnde een onrealistisch positief beeld van de werkelijkheid inzake duurzaamheidsprestaties geven. Door gebrekkige rapportagestandaarden is de kans op greenwashing hoger. Hoe meer bestuurders op het hoofdkantoor in Europa de rapportage kunnen beïnvloeden, des te groter de kans dat zij een te positief beeld zullen schetsen. Als de rapportage te manipuleren is, dan is het risico groot dat alleen de diverse consultants er beter van worden. Door het actief betrekken van alle lokale partijen in de totstandkoming van de rapportage, is de rapportage in mijn optiek minder te beïnvloeden. In het model van Peecher inzake evidence triangulation, waarbij informatie uit meerdere bronnen met elkaar dient te worden vergeleken, komt dit al terug. Door het eisen in de standaarden dat de informatie direct vanuit lokale stakeholders, zoals de CO2-voetafdruk van de Indonesische palmolieleverancier van Unilever, moet komen, en niet zomaar op het hoofdkantoor ingeschat mag worden door een consultant, dwing je het bedrijf de dialoog aan te gaan met de stakeholders. Dit verhoogt in mijn optiek de relevantie en betrouwbaarheid van duurzaamheidsrapportages.
De financiële markten zijn de afgelopen jaren steeds globaler gaan opereren, met kapitaal dat relatief makkelijk van het ene land naar het andere land vloeit, op zoek naar het optimale rendement. Voor een goede allocatie van deze middelen is vergelijkbaarheid tussen bedrijven van belang. Als niet alle landen zich vertegenwoordigd voelen in de rapportagestandaarden is er een grote kans dat zij eigen regionale rapportagestandaarden gaan ontwikkelen. Indien een Nigeriaanse olieproducent bijvoorbeeld zowel aan Nederlandse bedrijven als aan Chinese bedrijven verkoopt, en China heeft een eigen standaard ontwikkeld, kunnen twee compleet verschillende rapportages over de activiteiten van dezelfde partij ontstaan. Als vervolgens bijvoorbeeld de Chinese rapportagestandaarden minder streng zijn kan het zijn dat beleggers investeren in niet-duurzame bedrijven. Ook kan het ervoor zorgen dat kleine lokale partijen onnodig veel tijd en geld kwijt zijn met het conformeren aan de diverse standaarden.
De huidige financiële verslaggevingsstandaarden zijn van oorsprong gedomineerd door de Westerse landen. Nu de noodzaak tot nieuwe duurzaamheidsverslaggevingsstandaarden zich voordoet, laten we met zo’n belangrijk onderwerp, dat iedereen op aarde direct aangaat, dan ook iedereen betrekken. Regelgevers kunnen hiermee beginnen door het opstellen van werkgroepen met vertegenwoordigers uit alle regio’s, zodat zij input kunnen leveren voor de standaarden. Hierdoor leggen we met zijn allen het fundament voor een wereldwijde duurzaamheidsverslaggevingsstandaard. Door rekening te houden met culturele verschillen kunnen we werken aan een betere wereld. Als we als mensheid onze levensstandaarden willen verbeteren en de wereld voor de volgende generaties leefbaar achter willen laten, dan moeten we met zijn allen onze schouders eronder zetten. Duurzaamheidsrapportages kunnen een belangrijke rol hierin spelen en daarom is het van groot belang dat zij zo breed gedragen en relevant mogelijk zijn.
Voor het plaatsen van reacties, hou graag rekening met onze spelregels.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!