Peter Smit

Vaktechniek

Opinie

In de geest van de wedstrijd fluiten

Het voetbalseizoen is weer in volle gang. Naast veel kijkplezier, brengt dat ook de eeuwig voortdurende discussies over scheidsrechterlijke optredens met zich mee. Avonden aan een stuk kun je er praatprogramma’s mee vullen.

Moet je de spelregels strikt handhaven of in de geest van de wedstrijd fluiten? Ik weet wel wat ik prettiger vind om naar te kijken. Tegelijkertijd besef ik maar al te goed dat je een hele goede scheidsrechter moet zijn om overtuigend in de geest van de wedstrijd te kunnen fluiten.

Hier zit een belangrijke parallel met het vak van accountant.

Wat maakt nu een hele goede accountant? Het begint bij het kennen van de regels, natuurlijk. Dat zijn de normen waaraan we toetsen en het theoretisch kader van waaruit we handelen. Alleen met die bagage kun je als accountant de dingen goed doen.
Ik denk dat in de praktijk daarnaast lef, overtuigingskracht, gevoel voor timing en aandacht voor (maatschappelijke)verhoudingen, minstens zo belangrijk zijn.
Perfect toegepast zijn juist die vaardigheden voor het brede publiek maar beperkt zichtbaar en ook minder meetbaar. Toch maakt dat of je als accountant de goede dingen doet.

Een hele goede scheidsrechter loopt op het juiste moment dichter op de spelsituatie, spreekt spelers op de juiste toon aan zonder dat hij veel zichtbaar theater hoeft te maken, kijkt (ook) naar de intentie van spelers als er een overtreding wordt gemaakt. Uiteraard als het duidelijk over de grens is volgt er een kaart. Dat is echter een middel, geen doel.

Een hele goede accountant beoordeelt situaties met een goed geijkt moreel kompas, durft zich tijdig uit te spreken op de juiste toon en concentreert zich op de zaken die er echt toe doen.
Dat roept echter de vraag op hoe zichtbaar de rechte rug, de professioneel kritische houding en de gerapporteerde bevindingen moeten zijn om te zien dat iemand een hele goede accountant is?

Discussies over het functioneren van de accountant gaan vaak over wat niet zichtbaar was toen het fout ging. De toegekende goal die niet over de doellijn was, de niet gegeven rode kaart, onterecht een goal afkeuren wegens buitenspel. Begrijpelijk, want dit zijn achteraf de cruciale momenten.
Het moet er echter niet toe leiden dat we de accountant die de meeste kaarten trekt (kwalificaties in verklaringen, gerapporteerde controleverschillen) of de meeste zichtbare reprimandes uitdeelt (key audit matters of bevindingen in de management letter rapporteert) zien als de hele goede accountant.
De accountant die met gezag, lef en oog voor het doel van zijn rol, in de geest van de wedstrijd durft te blijven fluiten, dat is de hele goede accountant.

Dat is in de praktijk moeilijker dan aan de spreekwoordelijke borreltafels van de (accountancy)praatprogramma’s soms wordt voorgespiegeld. Niettemin daag ik je uit om je deze manier van fluiten eigen te maken, want de maatschappij is er mee gediend!

Peter Smit is externe accountant bij KPMG Accountants N.V. en schreef dit artikel op persoonlijke titel

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *