Mariëlle Pronk
Vaktechniek
Opinie
Ons oordeel beïnvloed
In het dagelijks leven heeft iedereen ermee te maken: reclames, nieuws en allerlei belanghebbenden die om onze aandacht vragen en ons proberen te beïnvloeden. We zijn ons bewust van de invloed die reclames op ons proberen uit te oefenen. Maar hoe beïnvloedbaar zijn wij in onze professionele rol als accountant? In welke mate laten wij ons beïnvloeden door onze werkomgeving? En wat doen we hier eigenlijk mee als professionals? Net als in het dagelijks leven hebben wij ook tijdens het auditproces te maken met verschillende aspecten die ons beïnvloeden, het beste zichtbaar bij de oordeelsvorming.
Onafhankelijk en objectief
Uitgaande van de beroepsregels wordt de verwachting gewekt dat de accountant onafhankelijk is. Door onafhankelijk te zijn zou de accountant een oordeel kunnen vormen zonder te worden beïnvloed. De accountant kan echter wél beïnvloed worden door verschillende zaken. Zoals de volgorde van de te ontvangen documentatie en persoonlijke kenmerken van de klant. Het maatschappelijk verkeer en andere belanghebbenden steunen op het oordeel van de accountant bij het jaarverslag. De keuzes die gemaakt worden tijdens het auditproces worden gebaseerd op onze oordelen. Met het belang en de consequenties van onze werkzaamheden in het achterhoofd kunnen we stellen dat een zo groot mogelijke mate van objectiviteit gewenst is. Een van de factoren die zowel bewust als onbewust de objectiviteit van het auditproces kan beïnvloeden is oordeelsvorming. Dat de accountant zich een oordeel vormt is vanzelfsprekend. Echter, uit onderzoek en in de praktijk blijkt dat er aspecten zijn die de oordeelsvorming toch significant kunnen beïnvloeden, maar die gemakkelijk vergeten worden.
De accountant moet zich ervan bewust zijn dat zijn oordeel beïnvloed kan worden en dat dit kan doorwerken in het auditproces.
Het is van belang dat het oordeelsvormingsproces op een objectieve wijze plaatsvindt. Uit mijn scriptieonderzoek is gebleken dat het oordeel onder andere wordt beïnvloed door de volgorde waarop controledocumentatie wordt ontvangen. Het oordeel zal overwegend negatiever zijn indien eerst overwegend positieve controledocumentatie wordt ontvangen en later in het proces negatieve controledocumentatie. In het geval van omgekeerde aanlevering zal het oordeel overwegend positief uitvallen. Tevens bleek dat het oordeel wordt beïnvloed door onder andere een eerste indruk bij de klant of door ervaringen uit het verleden. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een meta- analyse met behulp van wetenschappelijke artikelen van de laatste 20 jaar. Hieruit blijkt dat deze bevindingen niet nieuw zijn. Ik vind bewustwording van de verschillende invloeden op onze oordeelsvorming derhalve van groot belang.
Bewust beïnvloed?
Het oordeel wordt beïnvloed door verschillende factoren, maar ook door de onbewuste processen en het geheugen. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en in lijn met mijn persoonlijke bevindingen kan gesteld worden dat het oordeel ‘’de gehele financiële administratie is onordelijk’’ waarschijnlijk sneller voorkomt indien de controledocumentatie op onordelijke wijze wordt aangeleverd. In dat geval is de kans aanwezig dat je meer controle-informatie nodig denkt te hebben en vervolgens aanvullende vragen gaat stellen. Krijg je de informatie op ordelijke wijze aangeleverd dan zal je deze vragen minder snel stellen en is de kans groter dat er een meer positieve beeldvorming ontstaat. Beïnvloeding kan dus leiden tot een andere controleaanpak, met als resultaat een ander oordeel. In deze en in soortgelijke situaties blijkt dat het oordeel tussentijds op subjectieve wijze beïnvloed wordt. Een jongere, onervaren accountant zal in deze situatie andere vragen stellen dan een ervaren accountant, hierdoor zal de verworven controle-informatie gaan verschillen. En dat terwijl de ervaring van de accountant het proces van oordeelsvorming eigenlijk niet hoort te beïnvloeden.
Effecten geëlimineerd?
De effecten die het oordeel van de accountant beïnvloeden, kunnen voor een deel worden geëlimineerd door ervaring en de review. Ervaring zorgt ervoor dat een accountant de verschillende soorten controledocumentatie beter kan scheiden van elkaar. Tegelijkertijd bestaat het risico dat ervaring tot een bevooroordeelde blik kan leiden. Dit blijkt tevens uit mijn uitgevoerde onderzoek. Ondanks deze maatregelen en meer ervaring van de accountant blijft de oordeelsvorming in zekere mate beïnvloed door de volgorde waarin de controledocumentatie wordt ontvangen, door de eerste indruk of door ervaringen uit het verleden.
Voorbeeld: Bij een systeemgerichte controle hadden wij 25 posten geselecteerd. Deze posten werden door een accountant in opleiding gecontroleerd. Bij twee gevallen was er een dubieuze bevinding. Dit leidde bij deze accountant tot vervolgvragen, om vast te stellen of de klant het proces op juiste wijze volgt. Echter, de afgestudeerde accountant vond bij de review dat dit een fout was. De bevindingen leidden in dit geval tot aanvullende gegevensgerichte werkzaamheden en niet tot aanvullende vragen.
Het rapport ‘in het publiek belang’ van de NBA (2017) is opgesteld om de kwaliteit te verbeteren van het auditproces. In dit rapport zijn 53 maatregelen genoemd. Er zijn maatregelen die ingaan op de professioneel-kritische instelling, maar hier wordt niets genoemd over de oordeelsvorming. Ik vind het van belang dat er een 54e maatregel wordt gevormd omtrent de beïnvloeding van het oordeel van de accountant. Want niet alleen de volgorde van de ontvangen controle-informatie beïnvloedt het oordeel. Hierom ben ik van mening dat niet alleen bewustwording moet worden gecreëerd, maar ook dat nader onderzoek gedaan moet worden met als doel het onderzoeken van mogelijke extra maatregelen.
Oplossing?
Er bestaat geen panacee voor het tegengaan van alle ongewenste (voor)oordelen. We zullen ook rekening moeten houden met deze onlosmakelijk aan de mens verbonden eigenschap. Over het gedrag en de beïnvloeding op positieve en negatieve wijze is inmiddels veel bekend, maar het mitigeren van de effecten zal lastig blijven zolang er geen duidelijke oorzaken zijn aan te wijzen en oplossingen zijn bedacht. Daarom is het van belang dat we ons bewust worden van de effecten die mogelijk onze oordeelsvorming kunnen beïnvloeden én dat we tot in detail uitzoeken hoe we ze kunnen beperken.
Mariëlle Pronk dingt met deze opinie mee naar de eerste Brenda Westra Opinieprijs. Deze wordt op 5 oktober uitgereikt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!