Cultuur
Opinie
Skin in the game
Deze zomer las ik het boek ‘Antifragiel’ van Nassim Nicholas Taleb, een internationale bestseller over onzekerheid, toevallige variatie, en wat te doen in een chaotische wereld die we niet begrijpen. Wie antifragiel is, houdt van onzekerheid en toevallige variatie en wordt er zelfs beter van. Echter vaak gaat de antifragiliteit van de één ten koste van de ander. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de financiële crisis waarbij de banken door de belastingbetaler moesten worden gered terwijl de verantwoordelijke bankiers in het verleden forse bonussen hadden ontvangen. Als gevolg van deze reddingsoperaties, de hoge bonussen van bankiers en de vele schandalen is de burger het vertrouwen in de financiële sector kwijtgeraakt.
Ook de accountancy lijkt te worden beloond ondanks collectief falen, ondanks het feit dat we de schade voor de maatschappij onvoldoende hebben weten te beperken. Wanneer je de krant opent lees je zowel berichten over het schaarser en duurder worden van accountants als de laatste berichten van de zwendels bij Imtech en SBM Offshore. Het vertrouwen van de burger in de accountant is, als gevolg van de vele schandalen, gedaald tot een dieptepunt. De toegenomen regelgeving en het strengere toezicht van de AFM zorgen er echter voor dat accountants meer werkzaamheden moeten uitvoeren, met meer omzet tot gevolg. Ook accountants lijken dus beloond te worden terwijl het risico (en de schade) van de ontoereikende controle wordt afgewend op de samenleving. Accountants worden antifragieler door de burger fragieler te maken.
Taleb wijst de afwezigheid van ‘skin in the game’, persoonlijk financieel risico bij het werk, aan als de grootste fragilisator in de samenleving en de grootste veroorzaker van crises.
Terwijl in het verleden alleen mensen met status en positie risico’s namen en de nadelen van hun handelen droegen (en degene die dat voor anderen deden tot held werden uitgeroepen) is tegenwoordig precies het tegenovergestelde het geval. Taleb stelt dat er een klasse is ontstaan van omgekeerde helden: bureaucraten, bankiers, consultants en academici met teveel macht en te weinig tegenslag of verantwoordelijkheidsgevoel. Zij misbruiken het systeem terwijl burgers de prijs betalen. Taleb stelt dat nog nooit zo veel niet-risiconemers, dat wil zeggen mensen die zichzelf niet aan persoonlijk risico blootstellen, zo veel controle uitoefenen. De intellectueel van vandaag de dag is daardoor veel machtiger en gevaarlijker dan vroeger. De kennismaatschappij veroorzaakt een scheiding tussen weten en doen, wat leidt tot fragiliteit van de samenleving.
Om vertrouwen te herstellen is het volgens Taleb noodzakelijk dat de symmetrie van fragiliteit wordt hersteld. Gelukkig introduceert Taleb in zijn boek een tweetal heuristieken, vuistregels die daarvoor kunnen worden gebruikt:
1. Pak de asymmetrie in beloning en straf aan, ofwel de overdacht van fragiliteit tussen personen.
2. Bouw een veiligheidsmarge in (redundantie) en voorkom optimalisatie.
Wanneer we met deze heuristieken in ons achterhoofd kijken naar de maatregelen die door de Werkgroep Toekomst Accountantsberoep zijn voorgesteld, moeten we wel concluderen dat de voorgestelde maatregelen vooral cosmetisch van aard zijn. Weliswaar stelt de Werkgroep voor om terugvorderingsbepaling in arbeidscontracten op te nemen, zodat bonussen moeten worden terugbetaald als het achteraf misgaat. Accountants kunnen hun bonussen niet meteen incasseren, maar pas na zes jaar en alleen als er geen verlies is geleden. Maar hier los je het probleem niet mee op. Accountants hebben per saldo nog steeds alleen voor- en geen nadelen. Op geen enkel moment komt hun eigen, persoonlijke vermogen in het geding. Daarmee blijft er een grote mate van optionaliteit en fragiliteitsoverdracht bestaan.
Wat in het rapport geheel ontbreekt zijn maatregelen die het voor de maatschappij makkelijker moeten maken om schades te verhalen bij accountants(kantoren), zoals bijvoorbeeld het verruimen van de verjaringstermijn voor het indienen van tuchtklachten. Of voorstellen om het toezicht van de AFM door te trekken naar accountants met de mogelijkheid persoonlijke boetes op te leggen. Dit soort maatregelen zijn nodig omdat het hoogst onethisch is dat, wanneer je als accountant een beschermde positie in de samenleving inneemt, en anderen op jouw oordeel vertrouwen en daardoor kunnen worden benadeeld, jij nergens voor aansprakelijk bent.
Het doel moet uiteraard niet zijn om achteraf te straffen, maar om vooraf prikkels in te bouwen die het voor accountants onaantrekkelijk maken om bij de uitoefening van hun beroep anderen te schaden. Daarom is het ook zeer terecht dat de Big Four accountantsorganisaties nu opnieuw forse boetes van de AFM kunnen verwachten. Meer opwaarts risico voor accountantsorganisaties herstelt immers de symmetrie van fragiliteit.
Ook wanneer we kijken naar de tweede heuristiek moeten we constateren dat de door de Werkgroep voorgestelde maatregelen tekort schieten bij het herstel van de symmetrie van fragiliteit. Er is door de Werkgroep geen enkele maatregel voorgesteld die ervoor zorgt dat in het speelveld van accountantskantoren een veiligheidsmarge (redundantie) wordt ingebouwd. Een goede maatregel die hier wel in voorziet is het ‘oude’ voorstel van Eurocommissaris Barnier, de joint-audit. Niet alleen zorgt een joint-audit voor een veiligheidsmarge voor de gebruikers van de jaarrekening, doordat twee accountants een jaarrekening controleren, maar ook wordt hiermee de marktmacht van de Big Four accountantskantoren doorbroken. Grote accountantskantoren maken systemen immers kwetsbaar voor Zwarte Zwanen, terwijl meerdere kleinere kantoren zorgen voor de nodige volatiliteit en wanorde die systemen juist sterker maken.
Kortom, wanneer we daadwerkelijk willen werken aan het herstel van vertrouwen kunnen we beter ‘Antifragiel’ van Taleb lezen in plaats van het rapport ‘In het publiek belang’.
De auteur heeft de Master en Post Master Accountancy afgerond aan Nyenrode Business Universiteit en is bezig met de praktijkopleiding tot RA.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!