Joost van Buuren
Cultuur
Artikel
Theoretisering leidt tot dynamiek en maakt het accountantsberoep leuker!
Er ligt veel druk op accountants, zij moeten van alles: betere kwaliteit leveren, innoveren, niet te duur worden, transparanter zijn en ga zo maar door. Ook de kwartiermakers zullen nog hun eisen gaan stellen. Wat je ook van deze druk vindt, het beroep staat midden in de maatschappij en moet er dus op in spelen.
Een belangrijke, maar vergeten methode daarvoor is de theoretisering van de controle: waarom doet de accountant de werkzaamheden op een bepaalde wijze? Als het ware een stapje terug doen om weer overzicht te krijgen. Het hoe van de controle wordt namelijk uitgebreid beschreven in standaarden en handboeken, maar het waarom niet. Net als de meeste zaken in het leven, wordt ook in de controle het waarom bepaald door wat de accountant belangrijk vindt en nastreeft. Volgens het assurance framework zou dat moeten zijn het leveren van zekerheid over de betrouwbaarheid van verantwoordingsrapportages. Logischerwijs volgt daaruit dat controlekwaliteit de mate is waarin deze zekerheid wordt gerealiseerd. Het streven van het beroep zou dan moeten zijn om deze zekerheid te maximaliseren ten behoeve van gebruikers van de controleverklaring.
Het streven naar maximalisatie van zekerheid zorgt voor richting en een continue dynamiek om het beter te doen. Het zorgt voor een drang om te innoveren ten behoeve van de belanghebbenden van de controle. En de mogelijkheden om te innoveren zijn er, want we staan aan het begin van de digitale evolutie van de controlemethodologie. De ontwikkelingen in de IT gaan snel en bieden veel mogelijkheden voor automatisering die er eerder niet waren. Waar eerder veel gebruikt werd gemaakt van steekproeven, worden nu steeds meer integrale controles toegepast. Er zijn inmiddels meerdere kantoren die de complete datasets van ERP-systemen van hun klanten importeren in hun eigen systemen en daarop data-analyse toepassen. Dat was een decennium geleden nog niet realiseerbaar, maar tegenwoordig met krachtige computers en cloud-technologie wel. Met de data-analyses wordt geautomatiseerd de risicoanalyse voorbereid en allerhande logische verbanden getest, zoals de rondrekening van de volledigheid van de opbrengstverantwoording. Deze aanpak biedt veel mogelijkheden, want door continue verbetering van de analyses kunnen steeds meer logische checks worden uitgevoerd en red flags in de controle gesignaleerd. Net zoals AED-machines al meer dan 1.000 hartproblemen kunnen detecteren, kunnen accountantskantoren op termijn als het ware geautomatiseerd op 1.000 mogelijke controleproblemen testen bij hun controlecliënten.
Om te innoveren middels automatisering van de controle is standaardisatie essentieel. Er zijn daarbij ten minste drie soorten standaardisatie noodzakelijk, namelijk die van informatie, bedrijfsprocessen en technologie. Om data-analyse nuttig te doen zijn, is de kwaliteit van data essentieel, dat kan geborgd worden door een standaard voor informatie-definiëring te gebruiken. Denk aan het ReferentieGrootboekSchema (RGS) en XBRL, maar er zijn ook industriële standaarden. De bedrijfsprocessen, in dit geval van het controleproces, moeten opgeknipt worden in onderdelen (subsystemen) en alle processen en objecten moeten volledig gespecificeerd worden. Dus zo veel mogelijk werkstappen in de controle en gevolgtrekkingen daarvan moeten worden uitgewerkt, ook van hoe de besluitvorming van de accountant werkt. Tot slot moeten de technologieën compatible met elkaar zijn, dus standaardisering van communicatieprotocollen en data formats.
De standaardisering van de controle is niet nieuw en de controlestandaarden zijn daar het voorbeeld van. Ook in de bedrijfsvoering van de grotere accountantskantoren wordt al volop gebruikt gemaakt van standaardisatie door delen van het controleproces te laten uitvoeren door daarin gespecialiseerde afdelingen. De automatisering van de controlestappen gaat echter nog een stap verder, waarbij steeds meer algoritmes zullen worden ontwikkeld die tot voorstel controleconclusies leiden. De accountant is en blijft echter degene die de geschiktheid en toereikendheid van het controlebewijs afweegt, aggregeert en de eindconclusie formuleert.
De gevolgen van het model met een continu streven naar de verbetering van controlekwaliteit is groot. Het verdienmodel wordt anders, waarbij R&D van de controlemethodologie een steeds grote kostencomponent wordt en beprijsd moet worden, terwijl het uurtje-factuurtje verdien model minder belangrijk zal worden. Het kwaliteitsbeheersingsinstrumentarium zal ook veranderen met meer nadruk op geautomatiseerde online, realtime checks gedurende het controleproces. Denk hierbij aan de situatie dat een accountant een, volgens het systeem, onlogische combinatie van keuzes maakt in het controleproces of dat de gevolgtrekking met aanvullende werkstappen ontoereikend zijn. Een kwaliteitsfunctionaris kan dan gedurende de controle in gesprek gaan met de betreffende accountant over diens overwegingen.
Tja, en de brandende vraag die volgt is natuurlijk: is het vak nog wel leuk met een dergelijke methode van beroepsuitoefening? Mijn antwoord is voluit: ja, het beroep gaat er veel leuker door worden en wel om drie redenen. Ten eerste heeft het beroep weer een duidelijk streven: het dienen van het maatschappelijk verkeer als primaire focus. Ten tweede kan door deze ontwikkeling steeds meer nadruk komen te liggen op begrip van de waardencreatie van een controlecliënt en hoe die controlecliënt zich handhaaft in het economische web. Ten derde biedt de automatisering de accountant op termijn de mogelijkheid de assurance uit te breiden op maatschappelijke thema’s, zoals fraudedetectie, beoordeling van continuïteit, rapportages omtrent fair share belastingafdracht, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Kortom, meer relevantie en meer diepgang! Dit kan niet zonder gevolgen blijven. Accountants zullen zichzelf een upgrade moeten geven met enerzijds veel meer kennis van IT-systemen, ontwikkeling van eigen IT-systemen en een vaardigheden op het gebied van R&D in de controle. Anderzijds moet de accountant meer diepgaande kennis verkrijgen over business modellen van hun controlecliënten en meer denken vanuit systems thinking, dat wil zeggen een meer holistische benadering en begrip hoe (sub)systemen werken, wat hun dynamiek is en wat de goede en perverse prikkels zijn.
Zowel de kantoren en de opleidingen zijn hierbij aan zet. De kantoren zullen zichzelf moeten transformeren naar een ander verdienmodel. Daarbij kunnen ze IT-software inhuren of zelf ontwikkelen, maar in alle gevallen wordt de controle kennisintensiever. De kantoren zullen meer een onderzoeksmindset moeten ontwikkelen en gebruik leren maken van wetenschappelijke onderzoeksaanpak voor het verbeteren van de controle. Er zullen veel meer gepromoveerde accountants nodig zijn om deze transformatie te faciliteren. De kantoren zullen ook werk moeten maken van gebruik van multidisciplinaire teams, waarbij niet-accountants onderdelen van de controle uitvoeren, zoals belastingen, financiering en personeel. De opleidingen zullen nog meer aandacht moeten gaan besteden aan begrip van business modellen, IT en onderzoeksvaardigheden. De RA opleiding zal steeds meer verworden tot een waardevol basisdiploma, een startpunt, waarbij accountants zich zullen moeten blijven ontwikkelen met bijvoorbeeld een PhD (onderzoek) of MBA (begrip van business modellen en bestuurs- en ondernemersdynamiek).
Door theoretisering wordt het doel van de accountantscontrole weer aangescherpt en dat kan leiden tot dynamiek in het beroep en een streven om het steeds weer beter te doen. Het takenpakket van de accountant zal veranderen, maar het doel van de accountantscontrole niet, namelijk zekerheid verschaffen over informatie. En hoe meer dit doel centraal staat, hoe relevanter en leuker het beroep wordt!
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!